Vertaling van "defensie betreft wijst " (Nederlands → Frans) :

Wat de dimensie van Defensie betreft, wijst de heer Beke erop dat een Europees leger geen synoniem is van « een kleiner leger », maar wel staat voor « een ander leger ».
En ce qui concerne la dimension de la Défense, M. Beke attire l'attention sur le fait qu'une armée européenne est synonyme non pas d'une « armée plus petite », mais bien d'une « armée différente ».

Wat de verenigbaarheid van huidig wetsontwerp betreft, met de voorstellen van de minister van Defensie betreffende de inschakeling van militairen voor het uitvoeren van politietaken, en meer bepaald hoe dit zou moeten gerijmd worden met het veiligheidskorps wijst de minister er op dat de militairen, in tegenstelling tot de leden van het veiligheidskorps, geen politionele bevoegdheid zouden krijgen.
En ce qui concerne la compatibilité du présent projet de loi avec les propositions du ministre de la Défense nationale relatives à l'affectation de militaires à l'exécution de missions de police et, plus particulièrement, la manière de concilier ce projet avec la création du corps de sécurité, le ministre fait observer que les militaires ne seraient pas investis de compétences de police, contrairement aux membres du corps de sécurité.

7. merkt op dat het ontbreken van een communautair beleid inzake de defensie-industrie tot een aanzienlijke versplintering van de defensiemarkt voor wat betreft vraag en aanbod, regelgeving en normen; erkent dat een communautair beleid inzake de defensie-industrie economische voordelen zou opleveren, de rol van de Europese Unie op wereldniveau kan versterken en de ervoor kan zorgen dat Europa haar technologische capaciteiten behoudt, zonder daarom het specifieke karakter van elke lidstaat te negeren; meent daarom dat een Europees beleid inzake de defensie-industrie meerdimensionale samenwerking zou moeten aanmoedigen, tot voordeel van de EU, door de voornaamste doelstellingen van de industrie uit te tekenen, de relatieve voordelen en strategische industriesectoren in kaart te brengen en de ondersteunende rol van het Europees Defensieagentschap (EDA) – kernspeler bij de uittekening van een Europees industrieel beleid – en de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) voor wat samenwerking tussen de lidstaten betreft, te benadrukken; erkent voorts dat het hoofddoel 2030 inzake de defensie-industrie moet bijdragen tot de coördinatie van het defensiebeleid van de lidstaten; merkt op dat grensoverschrijdende en trans-Atlantische industriële samenwerking de toegang tot nieuwe technologieën en de ontwikkeling van geavanceerde producten kan bevorderen en een stimulans kan vormen om naar doeltreffende maatregelen te zoeken ter vermindering van de kosten en ter verkorting van de productiecyclus; wijst erop dat een communautaire defensie-industrie op nationale basis als gevolg van de financiële crisis niet levensvatbaar is, en dat een verdere consolidatie van de EU-defensie-industrie tot lagere defensiebegrotingen zal leiden;
7. constate qu'en l'absence de politique industrielle de défense commune, le marché de la défense s'est considérablement fragmenté en matière de demande, d'offre, de réglementation et de normes; reconnaît qu'une politique industrielle de défense commune semble pertinente du point de vue économique pour renforcer le rôle de l'Union européenne sur la scène mondiale et préserver le potentiel technologique de l'Europe tout en tenant compte des spécificités de chaque État membre; est donc convaincu que la politique industrielle de défense européenne devrait encourager une coopération pluridimensionnelle au sein de l'Union, en en fixant les principaux objectifs industriels, en établissant les avantages comparatifs et les secteurs industriels stratégiques et en mettant l'accent sur le rôle de l'Agence européenne de défense (AED), un des grands acteurs dans la définition d'une politique industrielle européenne, et les divers organes de l'Organisation du traité de l'Atlantique Nord (OTAN) en vue de soutenir la coopération entre les États membres; reconnaît en outre la nécessité de définir un objectif global de l'industrie de la défense à l'horizon 2030 pour faciliter la coordination des politiques de défense des États membres; note que la coopération industrielle transfrontalière et transatlantique peut faciliter l'accès aux nouvelles technologies, encourager le développement de produits avancés et favoriser l'adoption de mesures efficaces destinées à réduire les coûts et à raccourcir le cycle de production; note que la crise financière ne permet pas de construire une industrie européenne de la défense viable au niveau des États membres et que poursuivre la consolidation de l'industrie de défense européenne permettra de réduire les budgets de la défense;

3. merkt evenwel op dat het volledige potentieel van de sterke, open en dynamische trans-Atlantische financiële markten en diensten allerminst bereikt is en onderstreept dat de ontmanteling van bestaande investeringsbelemmeringen een enorme economische winst kan opleveren voor de trans-Atlantische economie in de vorm van een grotere liquiditeit, goedkopere toegang tot kapitaal, en lagere transactie en handelskosten (volgens de Commissie betekent dit een daling van de kosten van aandelenkapitaal met 9%, 60% minder kosten voor het handelsverkeer en een aanhoudende toename van het handelsverkeer met 50 %); wijst op de noodzaak om afwijkende eigendomsbeperkingen in de VS aan te pakken, voornamelijk wat de sectoren van defensie, luchtvaart en media betreft, en om een gestructureerde dialoog te ontwikkelen met de bedoeling zodat beide partijen een eerlijk en adequaat concurrentiebeleid gaan voeren;
3. relève, cependant, que l'ensemble du potentiel offert par des marchés et des services financiers transatlantiques ouverts, profonds et dynamiques est loin d'être pleinement exploité et met l'accent sur le fait que la suppression des obstacles existant en matière d'investissements pourrait rapporter d'importants bénéfices à l'économie transatlantique, sous la forme d'un accroissement des liquidités, d'un accès moins onéreux aux capitaux, de frais de transaction et de frais commerciaux moins élevés (soit une baisse de 9 % du coût des capitaux en actions et de 60 % des frais commerciaux, ainsi qu'une hausse consécutive de 50 % des volumes échangés, selon la Commission); souligne la nécessité d'aborder la question des restrictions injustifiées afférentes au droit de propriété aux États-Unis, en particulier dans les secteurs de la défense, de l'aéronautique et des médias, et de mettre en œuvre un dialogue structuré visant à parvenir à une politique de la concurrence équitable et adéquate pour les deux parties;