Indien de vennootschap de bedragen verkregen bij de vervreemding van een in artikel 205/1, § 2, 2°, vijde streepje, bedoeld intellectueel eigendomsrecht niet binnen een te
rmijn van vijf jaar vanaf de eerste dag van het kalenderjaar waarin de vervreemding heeft plaatsgevonden
en uiterlijk bij de stopzetting van de beroepswerkzaamheid, heeft besteed aan in artikel 205/1, § 2, 4°, bedoelde uitgaven betreffende een of meerdere andere in artikel 205/1, § 2, 1°, bedoelde intellectuele eigendomsrechten, wordt het totaal bedrag van de in een
...[+++]vorig belastbaar tijdperk krachtens de artikelen 205/1 tot 205/4 vrijgestelde winst met betrekking tot deze vervreemding als een inkomen van het belastbaar tijdperk beschouwd".Lorsque la société n'a pas affecté à des dépenses visées à l'article 205/1, § 2, 4°, concernant une ou plusieurs autres droits de propriété intellectuelle tels que visés à l'article 205/1, § 2, 1°, les sommes obtenues à l'occasion de l'aliénation d'un droit de propriété intellectuelle visée à l'article 205/1, § 2, 2
°, cinquième tiret, dans un délai de cinq ans prenant cours le premier jour de l'année civile de l'aliénation et au plus tard à la cessation de l'activité professionnelle, le montant total des bénéfices exonérés pour une période imposable antérieure en vertu des articles 205/1 à 205/4 relatif à cette aliénation, est considéré
...[+++]comme un revenu de la période imposable".