Elke lidstaat aanvaardt het beginsel van recidive onder de voorwaarden van zijn nationale wetgeving en erkent, onder dezelfde voorwaarden, dat definitieve veroordelingen in een andere lidstaat wegens een van de delicten genoemd in de artikelen 3 tot en met 5 van dit kaderbesluit, dan wel wegens een van de in artikel 3 van het Verdrag van Genève genoemde delicten, bepalend zijn voor recidive, ongeacht de valuta waarop de valsemunterij betrekking heeft".
Chaque État membre admet le principe de la récidive dans les conditions établies par sa législation nationale et reconnaît, dans lesdites conditions, comme génératrices de récidive les condamnations définitives prononcées par un autre État membre du chef de l'une des infractions prévues aux articles 3 à 5 de la présente décision-cadre ou de l'une des infractions prévues à l'article 3 de la convention de Genève, quelle que soit la monnaie contrefaite".