Ofschoon door een publieke omroep geleverde diensten traditioneel vrij te ontvangen zijn geweest, is de Commissie van oordeel dat het feit dat een element van rechtstreekse vergoeding bij d
it soort diensten — hetgeen toch een impact heeft op de toegang door kijkers (49) — niet noodzakelijk
erwijs betekent dat deze diensten onmiskenbaar niet tot de publieke taak behoren, mits het element vergoeding niet het onderscheidende karakter van de openbare dienst in het
gedrang brengt wat ...[+++]betreft het voldoen aan de democratische, sociale en culturele behoeften van de burgers, een punt waarop de openbare dienst zich van louter commerciële activiteiten onderscheidt (50).
Si, traditionnellement, les services de radiodiffusion publics sont en accès libre («free-to-air»), la Commission considère que la présence d'un élément de rémunération directe dans ces services (bien qu'ayant une incidence sur l'accès par les téléspectateurs) (49) ne signifie pas nécessairement que ceux-ci ne relèvent manifestement pas de la mission de service public, pour autant que l'élément payant ne porte pas atteinte au caractère distinctif du service public, qui est de répondre aux besoins sociaux, démocratiques et culturels des citoyens, ce qui le distingue des activités purement commerciales (50).