3. neemt kennis van de kritiek van een aantal vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld in Afrika en moedigt de lidstaten van de Afrikaanse Unie, in het bijzonder de initiatiefnemers van NEPAD, aan de actieve en democratische participatie mogelijk te maken van alle segmenten van het maatschappelijk middenveld - NGO's, vakbonden, werkgeversorganisaties, kerken - zowel op pan-Afrikaans niveau als in elke lidstaat afzonderlijk; meent dat bij deze actieve en democratische participatie een belangrijke rol zal zijn weggelegd voor de Economische en Sociale Raad van de AU;
3. prend acte des critiques de nombre d'acteurs de la société civile africaine et encourage les États membres de l'Union africaine, et en particulier les pays promoteurs du NEPAD, à permettre la participation active et démocratique de tous les segments de la société civile - les ONG, les syndicats et les organisations patronales, les Églises - au niveau panafricain et dans chaque pays; considère que la mise en place du Conseil économique et social de l'UA constituera un élément majeur de cette participation active et démocratique ;