In het tweede lid, 2°, wordt verstaan onder : 1° laaggeschoold :
de jonge werknemer heeft geen diploma van secundair onderwijs of een studiegetuigschrift van het twe
ede leerjaar van de derde graad van het secundair onderwijs, of een gelijkwaardig diploma of getuigschrift; 2° middengeschoold : de jonge werknemer heeft hoogstens een diploma van secundair onderwijs of van een studiegetuigschrift van het twe
ede leerjaar van de derde ...[+++] class=yellow2> graad van het secundair onderwijs, of een gelijkwaardig diploma of getuigschrift. De Vlaamse Regering kan specifieke studiebewijzen of attesten gelijkstellen met de diploma's of getuigschriften, vermeld in het derde lid, 1° en 2°.
Dans l'alinéa 2, 2°, on entend par : 1° peu qualifié : le jeune travailleur ne possède pas de diplôme de l'enseignement secondaire ou de certificat d'études de la d
euxième année du troisième degré de l'enseignement secondaire ou de diplôme ou certificat équivalent ; 2° moyennement qualifié : le jeune travailleur possède au maximum un diplôme de l'enseignement secondaire ou un certificat d'études de la d
euxième année du troisième degré de l'enseignement secondaire ou un diplôme ou certificat équivalent ; Le Gouvernement flamand peut
...[+++]assimiler des certificats ou des attestations spécifiques à des diplômes ou des certificats, visés à l'alinéa 3, 1° et 2°.