Denemarken verklaart dat naar zijn oordeel artikel 4, punt 3, tweede streepje, alleen van toepassing is op deelneming door een persoon aan het begaan door een groep personen, met een gemeenschappelijk doel, van een of meer van dergelijke inbreuken, met inbegrip van situaties waarbij de betrokkene geen deel neemt aan het feitelijke begaan van het/de betrokken strafbaar feit of strafbare feiten; een dergelijke deelneming moet gebaseerd zijn op kennis van het oogmerk en de algemene criminele activiteiten van de groep, of op kennis van het voornemen van de groep om de betrokken inbreuken te begaan.
Le Danemark déclare que, pour ce qui le concerne, l'article 4, paragraphe 3, deuxième tiret, ne vise que les actes par lesquels une personne participe à la commission, par un groupe de personnes poursuivant un but commun, d'une ou de plusieurs des infractions concernées, y compris les cas où l'intéressé ne prend pas part à la commission proprement dite de l'infraction ou des infractions en question; cette participation doit être fondée sur la connaissance de l'objet du groupe et des activités criminelles auxquelles il se livre d'une manière générale ou de l'intention du groupe de commettre l'infraction (les infractions) en cause.