Is het, ten eerste, verenigbaar met de grondwettelijk gewaarborgde vrijheid van vereniging en met de wet betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid van 7 januari 1958 - meer bepaald artikel 6 dat bepaalt dat het fonds uitsluitend gestijfd wordt met bijdragen van de werkgevers - dat een fonds voor bestaanszekerheid bij een bruggepensioneerde in de bouwsector die bij geen vakvereniging is aangesloten, 12% inhoudt op de bij wet bepaalde uitkering brugpensioen, terwijl dergelijke inhouding bij een vakbondslid niet wordt verricht?
Premièrement, le fait qu'un fonds de sécurité d'existence effectue une retenue de 12% sur l'allocation légale de prépension d'un préretraité du secteur de la construction qui n'est pas membre d'un syndicat et n'effectue aucune retenue semblable sur l'allocation d'un préretraité syndiqué est-il conciliable avec la liberté d'association garantie par la Constitution et avec la loi relative aux fonds de sécurité d'existence du 7 janvier 1958, plus précisément en son article 6 qui précise que le fonds est alimenté exclusivement par les cotisation des employeurs ?