2. vrijheid van vereniging en aansluiting bij of lidmaatschap van een werknemersorganisatie of een andere organisatie waarvan de leden een bepaald beroep uitoefenen, met inbegrip van aanspraak op de door dergelijke organisaties verschafte rechten en voordelen, waaronder het recht om te onderhandelen over collectieve arbeidsovereenkomsten en deze te sluiten, het recht op staking en het recht om vakbondsacties te voeren overeenkomstig de wetgeving en praktijken van de gastlidstaat, onverminderd de nationale bepalingen inzake openbare orde en openbare veiligheid;
2. la liberté d'association, d'affiliation et d'adhésion à une organisation de travailleurs ou toute organisation dont les membres exercent une profession spécifique, y compris les droits et les avantages qui peuvent en résulter, dont le droit de négocier et conclure des accords collectifs, ainsi que le droit de faire grève et de mener des actions syndicales conformément au droit et aux pratiques nationales de l'État membre d'accueil, sans préjudice des dispositions nationales en matière d'ordre public et de sécurité publique;