D. overwegende dat schending van de bepalingen inzake gegevensbescherming ernstige risico´s voor de grondrechten van personen en voor de waarden van de lidstaten tot gevolg kan hebben, zodat de EU en de lidstaten doeltreffende maatregelen tegen dergelijke schendingen moeten nemen; overwegende dat dergelijke schendingen een gebrek aan vertrouwen bij de mensen creëren, hetgeen het doelmatig gebruik van nieuwe technologieën ondermijnt, en overwegende dat voor verkeerd gebruik en misbruik van persoonsgegevens derhalve passende, strenge en afschrikkende sancties moeten worden ingesteld, met inbegrip van strafrechtelijke sancties,
D. considérant que les violations des dispositions relatives à la protection des données peuvent faire peser de graves risques sur les droits fondamentaux des personnes et sur les valeurs des États membres, si bien que l'Union et les États membres doivent adopter des mesures effectives contre ces violations; que ces violations entraînent un manque de confiance des citoyens qui affaiblira l'utilisation appropriée des nouvelles technologies, et qu'il conviendrait que ces utilisations malveillantes soient punissables de sanctions appropriées, sévères et dissuasives, y compris de sanctions pénales,