Ten slotte werd aangevoerd dat een van de medewerkende producenten een dermate groot aandeel in de Indonesische uitvoer had dat de medewerkende producenten als representatief voor die uitvoer moeten worden beschouwd, en dat het feit dat voor de betrokken onderneming geen dumping werd vastgesteld, ertoe moet leiden dat de maatregelen voor Indonesië moeten vervallen.
Enfin, elles ont fait valoir que, puisqu’un des producteurs ayant coopéré représente une part extrêmement importante des exportations indonésiennes, ces producteurs ayant coopéré doivent être considérés comme en étant représentatifs et le fait qu’aucun dumping n’a été établi pour cette société devrait entraîner l’abrogation des mesures instituées à l’encontre de l’Indonésie.