Emissiereducties door dergelijke verbetering kunnen in aanmerking worden genomen als wordt aangetoond dat het koolstofgehalte van de bodem is toegenomen, of als er solide en controleerbaar bewijsmateriaal wordt aangevoerd waaruit blijkt dat redelijkerwijs verwacht kan worden dat dit koolstofgehalte is toegenomen, gedurende de periode waarin de desbetreffende grondstoffen werden geteeld (1).
Les réductions d'émissions imputables à ces améliorations peuvent être prises en compte si des éléments attestent que le stock de carbone du sol a augmenté ou que des éléments de preuve solides et vérifiables indiquent qu'il peut raisonnablement être supposé avoir augmenté, pendant la période de culture des matières premières concernées (1).