Hierdoor kan de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA in het belang van de werking van de EER-Overeenkomst nagaan of er significante regionale verschillen bestaan en, indien dit het geval is, de desbetreffende EVA-Staat, ongeacht het niveau van zijn economische ontwikkeling, toestemming verlenen om een nationaal regionaal beleid te voeren.
Elle donne à l'Autorité de surveillance AELE la possibilité, dans l'intérêt du fonctionnement dudit accord, de voir s'il existe une disparité régionale importante et, dans l'affirmative, d'autoriser l'État concerné de l'AELE, indépendamment de son niveau de développement économique, à poursuivre une politique régionale nationale.