De werkgever die over één van de vaardigheden bedoeld in het
derde lid, 3° en 4° moet beschikken, in toepassing van het globaal preventieplan, kan hiervoor ook een beroep doen op andere personen in zijn onderneming of instelling die niet behoren tot de interne dienst, voor zover de
ze personen over de deskundigheid beschikken bedoeld in artikel II. 3-30, § 1, eerste lid, 3° en 4° en voor zover d
eze personen kunnen beschikken over de nodige tijd ...[+++] en middelen.
L'employeur qui doit disposer d'une des compétences visées à l'alinéa 3, 3° et 4° en application du plan global de prévention, peut également faire appel à d'autres personnes de son entreprise ou institution qui ne font pas partie du service interne, pour autant que ces personnes disposent de l'expertise visée à l'article II. 3-30, § 1, alinéa 1, 3° et 4° et pour autant que ces personnes disposent du temps et des moyens nécessaires.