7. Bij het concrete verloop van de in het ontworpen artikel 19, § 1, bedoelde beroepsprocedure zal ervoor dienen te worden gemaakt dat het lid van het ministerieel comité dat niet dezelfde taalaanhorigheid heeft als de betrokken voorzitter van het directiecomité of voorzitter, in staat is of wordt gesteld om de betrokkene, zijn verdediger en de stukken van de procedure te begrijpen.
7. Lors du déroulement concret de la procédure de recours visée à l'article 19, § 1, en projet, on veillera à ce que le membre du comité ministériel qui n'a pas la même appartenance linguistique que le président du comité de direction et le président concerné, soit en mesure ou soit mis à même de comprendre l'intéressé, son défenseur et les pièces de la procédure.