Art. 10. § 1. De minister kan, binnen de drie maanden na het indienen van een aanvraag dienaangaande, bij besluit individuele afwijkingen toestaan op de verbodsbepalingen van artikel 7, mits de aanvrager de zorgplicht opgelegd door artikel 14 van het decreet naleeft en voor zover er, bij het verlenen van de afwijking, uitdrukkelijk voldaan wordt aan de bepalingen van artikel 16 van het decreet inzake het tegengaan van vermijdbare schade, of aan de bepalingen van artikel 36ter, § 3, van het decreet, indien dit van toepassing is.
Art. 10. § 1. Dans les trois mois suivant l'introduction d'une demande à ce sujet, le ministre peut accorder des dispenses individuelles concernant les applications des mesures d'interdiction visées à l'article 7, à condition que le demandeur se conforme à l'obligation de soin imposée à l'article 14 du décret et pour autant que, lors de l'octroi de la dispense, il soit explicitement satisfait aux dispositions de l'article 16 du décret en matière de lutte contre les dommages évitables, ou aux dispositions de l'article 36ter, § 3 du décret, si cela s'applique.