Volgens de bewoordingen van artikel 25, lid 3, van het Verdrag van Rotterdam dienen regionale organisaties voor economische integratie in hun akten van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding, „de omvang van hun bevoegdheid ter zake van door het verdrag geregelde aangelegenheden” aan te geven.
Aux termes de l’article 25, paragraphe 3, de la convention, les organisations régionales d’intégration économique sont invitées à indiquer, dans leurs instruments de ratification, d’acceptation, d’approbation ou d’adhésion, «l’étendue de leur compétence à l’égard des questions régies par la convention».