4° in de mate dat gelijkaardige verloven, afwezigheden en dienstvrijstellingen aan contractuele personeelsleden kunnen worden toegekend, de in 3° bedoelde verloven, afwezigheden en dienstvrijstellingen aan hen toe te kennen, onverminderd de bevoegdheden terzake van de Minister en de voorzitter van het directiecomité;
4° dans la mesure où de tels congés, absences et dispenses de service peuvent être accordés aux membres du personnel contractuels, à leur accorder les congés, absences et dispenses de service visés au 3°, sans préjudice des compétences en la matière du Ministre et du président du comité de direction;