Zo bepaalt artikel 374, § 2, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek bijvoorbeeld dat de rechter — indien er geen akkoord is tussen de ouders en op vraag van minstens één van hen — dient te onderzoeken of verblijfsco-ouderschap (ook wel bilocatie of gelijkmatig verdeelde huisvesting genoemd) in die concrete situatie mogelijk is als één van de ouders die vraag stelt aan de rechtbank.
Ainsi, l'article 374, § 2, alinéa 2, du Code civil dispose qu'à défaut d'accord entre les parents et à la demande d'un des parents au moins, le juge examine prioritairement la possibilité de fixer l'hébergement de l'enfant de manière égalitaire (également appelé coparenté en matière de résidence) entre ses parents.