Wanneer het Toezichthoudend orgaan vaststelt dat een in België gevestigde vertrouwensdienstverlener zich niet houdt aan de eisen van verordening 910/2014, van boek XII, titel 2, of van zijn bijlagen, stelt het hem in gebreke en stelt het een redelijke termijn vast in functie van de aard en de ernst van de tekortkoming, tijdens welke de vertrouwensdienstverlener alle nodige maatregelen dient te hebben getroffen om die tekortkomingen te verhelpen.
Lorsque l'Organe de contrôle constate qu'un prestataire de services de confiance établi en Belgique n'observe pas les exigences du règlement 910/2014, du livre XII, titre 2 ou de ses annexes, il le met en demeure et fixe un délai raisonnable, apprécié au regard de la nature et de la gravité du manquement, endéans lequel le prestataire de services de confiance doit avoir pris les mesures nécessaires afin de remédier à ces manquements.