13. is van mening dat de maatregelen die worden ondernomen ter bestrijding van mensenhandel en dwangarbeid zich moeten richten op de dieper liggende oorzaken, zoals wereldwijde ongelijkheden; verzoekt de lidstaten derhalve zich te houden aan hun verbintenissen op het stuk van ontwikkelingshulp en de millenniumdoelstellingen;
13. estime que la lutte contre la traite des êtres humains et le travail forcé doit être centrée sur les causes profondes telles que les inégalités à l'échelle mondiale; demande, par conséquent, aux États membres d'honorer leurs engagements en matière d'aide au développement et envers les objectifs du Millénaire pour le développement;