Art. 8. Indien het dier binnen de termijn, bepaald overeenkomstig artikel 2, verloren gaat, zal de verkoper tot geen vrijwaring gehouden zijn tenzij de koper het bewijs levert dat het verlies van het dier te wijten is aan een van de koopvernietigende gebreken, voorzien bij toepassing van deze wet.
Art. 8. Si, pendant le délai fixé conformément à l'article 2, l'animal vient à périr, le vendeur ne sera pas tenu de la garantie, à moins que l'acheteur ne prouve que la perte de l'animal provient de l'un des vices rédhibitoires spécifiés en vertu de la présente loi.