Schendt artikel 6, § 1, van de wet van 28 augustus 1991 betreffende de uitoefening van de dierengeneeskunde het gelijkheidsbeginsel zoals dit wordt omschreven in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat deze bepaling toelaat dat niet alleen erkende dierenartsen die over
de daartoe vereiste opleiding beschikken, maar ook erkende dierenartsen die niet over de daartoe vereiste opleiding beschikken, e
en overeenkomst van diergeneeskundige bedrijfsbegeleiding afsluiten, zonder dat deze gelijke behandeling redelijk verantwoord is in he
...[+++]t licht van het door de wetgever nagestreefd doel, i.e. het verstrekken van diergeneeskundige bedrijfsbegeleiding ?
L'article 6, § 1, de la loi du 28 août 1991 sur l'exercice de la médecine vétérinaire viole-t-il le principe d'égalité, tel qu'il est défini aux articles 10 et 11 de la Constitution, en ce qu'il permet que non seulement les médecins vétérinaires agréés qui disposent de la formation requise à cette fin mais aussi des médecins vétérinaires agréés qui ne disposent pas de la formation requise concluent une convention de guidance vétérinaire, sans que cette égalité de traitement soit raisonnablement justifiée au regard de l'objectif poursuivi par le législateur, à savoir celui d'assurer la guidance vétérinaire ?