In het arrest van 20 juni 1991, in de zaak Polysar Investments Netherlands, heeft het Hof van justitie van de Europese Gemeenschappen voor recht verklaard dat een holdingvennootschap wiens enig doel is de deelneming in andere ondernemingen, zonder dat deze vennootschap zich direct of indirect bemoeit met het beheer van deze ondernemingen, onverminderd de rechten van deze holdingvennootschap als aandeelhouder of vennoot, niet de hoedanigheid van BTW-belastingplichtige heeft.
Dans l'arrêt qu'elle a rendu le 20 juin 1991 concernant la société Polysar Investments Netherlands, la Cour de justice des Communautés européennes a notamment dit pour droit que n'a pas la qualité d'assujetti à la TVA, une société holding dont l'objet unique est la prise de participations dans d'autres entreprises, sans que cette société s'immisce directement ou indirectement dans la gestion de ces entreprises, sous réserve des droits que ladite société holding détient en sa qualité d'actionnaire ou d'associée.