In de toelichting wordt gepreciseerd dat « diegenen die hun jaarlijkse retributie met succes hebben teruggevorderd op basis van het tussengekomen arrest van de Raad van State van 8 november 2006 [uiteraard] geen beroep [zullen] kunnen doen op de vrijstellingsregel » omdat dit « strijdig [zou] zijn met het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel » (ibid., p. 7).
Les développements précisent que « bien évidemment, les personnes qui ont récupéré leur redevance annuelle sur base de l'arrêt d'annulation du Conseil d'Etat du 8 novembre 2006 ne peuvent faire usage de la règle d'exemption », parce que « cette démarche serait contraire au principe d'égalité prévu dans la Constitution » (ibid., p. 7).