Artikel 1410, § 2, 7° en 8°, van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt : « De volgende schuldvorderingen zijn niet vatbaar voor overdracht of beslag ten laste van de rechthebbende : [...] 7° de bedragen uitgekeerd als bestaansminimum; 8° de bedragen uitgekeerd als maatschappelijke dienstverlening door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn ».
L'article 1410, § 2, 7° et 8°, du Code judiciaire dispose : « Ne sont ni cessibles ni saisissables à charge du bénéficiaire les créances suivantes : [...] 7° les sommes payées à titre de minimum de moyens d'existence; 8° les sommes payées à titre d'aide sociale par les centres publics d'aide sociale ».