2. Wat is het absolute en procentuele aandeel van mannen en vrouwen inzake tijdskrediet en aanverwante maatregelen, zoals loopbaanonderbreking volgens de verschillende stelsels (volledige onderbreking, halftijds en vermindering van prestaties), met een opdeling beneden en boven de 50 jaar ?
2. Quel est, en chiffres absolus et relatifs, le nombre d'hommes et de femmes recourant au crédit-temps et aux mesures similaires, ventilé selon les régimes (interruption complète ou à mi-temps, réduction des prestations), respectivement en dessous et au-dessus de 50 ans ?