Die bepaling werd op algemene wijze verantwoord als volgt : « Sedert 2001 is de wetgeving die de provinciale instelling regelt, in essentie geregionaliseerd. Het Waalse Gewest regelt sindsdien de organisatie, het bestuur en de financiën van de Provincie. Die wetgeving werd vastgelegd in het decreet van 31 januari 2004 [lees : 12 februari 2004] tot organisatie van de Waalse provincies, waarvan nagenoeg alle bepalingen sindsdien werden gecodificeerd en thans in Boek II van het tweede deel van het Wetboek van de plaatselijke democratie en decentralisatie worden teruggevonden. In het kader van zijn bevoegdheden beschikt het Waalse Gewest dus over tal van hefbomen die het mogelijk maken dat bevoegdheidsniveau te ondersteunen. In de Regionale Bel
...[+++]eidsverklaring wordt op de pagina's 255 en 256 ervan een hervorming van de provinciale instelling uitgestippeld. Een niet-verwaarloosbaar deel van die hervorming bestaat uit een ' herschikking van de provinciale bevoegdheden die wordt geleid door de beginselen van samenhang, van subsidiariteit en van doeltreffendheid ', waarbij de Regering het idee steunt dat ' de Provincies hun optreden moeten richten op de domeinen waar een optreden op bovengemeentelijke schaal een meerwaarde biedt '. Dat beginsel heeft tot gevolg dat ' de provinciale bevoegdheden waarbij de Gemeenschappen, het Gewest of de gemeenten doeltreffender kunnen optreden, door de provincies worden opgegeven en aan die Gemeenschappen, dat Gewest of die gemeenten worden toevertrouwd '. In de Verklaring worden huisvesting en energie als twee van die op te geven bevoegdheden geïdentificeerd. Een grondig onderzoek van de initiatieven die in naam van het provinciaal belang, zoals gedefinieerd in de artikelen 41 en 162 van de Grondwet, door de Provincies zijn genomen, bevestigt de analyse van de partners van de Waalse politieke meerderheid. Het blijkt duidelijk dat, inzake huisvesting of energie, het grootste deel van het beleid dat door de Provincies ten uitvoer is gelegd, h ...Cette disposition a été justifiée, de fa
çon générale, comme suit : « Depuis 2001, la législation régissant l'institution provinciale a été, pour l'essentiel, régionalisée. La Région wallonne réglemente depuis lors l'organisation, l'administration et les finances de la Province. Cette législation fut définie dans le décret du 31 janvier 2004 [lire : du 12 février 2004] organisant les provinces wallonnes, dont la quasi-totalité des dispositions ont été cod
ifiées depuis et se retrouvent actuellement sous le Livre II de la deuxième partie
...[+++] du Code de la Démocratie Locale et de la Décentralisation. Dans le cadre de ses compétences, la Région wallonne dispose donc de nombreux leviers permettant d'encadrer ce niveau de pouvoir. La Déclaration de Politique Régionale, en ses pages 255 et 256, pose les jalons d'une réforme de l'institution provinciale. Une part non-négligeable de cette réforme consiste en un « réaménagement des compétences provinciales guidé par les principes de cohérence, de subsidiarité et d'efficacité », le Gouvernement soutenant l'idée que ' les Provinces doivent concentrer leur action dans les domaines où une action à l'échelle supra-communale présente une plus-value '. Ce principe a pour corollaire que ' les compétences provinciales où les Communautés, la Région ou les communes peuvent intervenir de façon plus efficace soient abandonnées par les provinces et confiées à ces Communautés, Région ou communes '.