4. wijst op de aanhoudende trend dat in Europese samenlevingen steeds meer vrouwen door armoede worden getroffen, waaruit blijkt dat het huidige kader van stelsels van sociale bescherming en het brede scala van sociaal, economisch en werkgelegenheidsbeleid van de EU voor vrouwen ontoereikend zijn en geen rekening houden met de andere positie van vrouwen op de arbeidsmarkt; benadrukt dat voor armoede en sociale uitsluiting onder vrouwen specifieke, diverse en genderspecifieke beleidsantwoorden nodig zijn;
4. fait remarquer que la tendance persistante à la féminisation de la pauvreté dans les sociétés européennes d'aujourd'hui démontre que le cadre actuel des systèmes de protection sociale ainsi que le large éventail de politiques sociales, économiques et de l'emploi de l'UE ne sont pas conçus pour répondre aux besoins des femmes et aux différences enregistrées dans le travail des femmes; souligne que la pauvreté et l'exclusion sociale dont sont victimes les femmes en Europe appelle des réponses politiques ciblées, multiples et propres à l'un ou l'autre sexe;