19. vraagt ten aanzien van de planning van toekomstige gemengde civiel-militaire missies van de EU aandacht voor de voorstellen en ideeën in het rapport "Een doctrine voor menselijke veiligheid in Europa"; is in dit verband niet alleen verheugd over de tegenwoordige ontwikkelingen op het gebied van het EVDB, zoals de oprichting van de Civ/Mil Cel, die in de algemene richting van dit verslag passen, maar ook met de in artikel III-321.5 van het Verdrag tot vaststelling van een Europese Grondwet in het vooruitzicht gestelde oprichting van een Europees vrijwilligerscorps voor humanitaire hulp; merkt evenwel op dat het in de eerste plaats gaat om het Europese Vrijwilligerscorps voor Humanitaire Hulp, als "een kader voor gezamenlijke bijdragen
...[+++]van jonge Europeanen"; verlangt daarom dat het kader hiervan wordt uitgebreid of aangevuld door de oprichting van een aanvullend Corps, om te profiteren van zowel de ervaring en deskundigheid van professionals halverwege of aan het eind van hun carrière bij de totstandkoming van een functioneel corps dat meer overeenkomst vertoont met het Europese Civiele Vredescorps, waarop het Parlement diverse malen heeft aangedrongen; 19. attire l'attention, en ce qui concerne la planification des futures missions civiles/militaires mixtes de l'Union, sur les propositions et idées contenues dans le rapport "A Human Security Doctrine for Europe"; se félicite, à cet égard, non seulement des évolutions actuelles dans le domaine de la PESD, telles que la mise sur pied d'une cellule civilo-militaire, qui s'inscrivent dans la ligne générale du présent rapport, mais également de la future mise sur pied d'un Corps volontaire européen d'aide humanitaire, comme le prévoit l'article III-321, paragraphe 5, du traité établissant une Constitution pour l'Europe; note cependant que cet article envisage au premier chef ce Corps volontaire européen d'aide humanitaire comme "un cadre pou
...[+++]r des contributions communes des jeunes Européens"; insiste, par conséquent, pour que ce cadre soit étendu ou complété par la mise en place d'un "Corps" complémentaire s'appuyant sur l'expérience et le savoir-faire des professionnels en milieu de carrière ou qui ont terminé leur carrière afin de mettre sur pied un corps opérationnel s'apparentant davantage au Corps Civil Européen de la Paix, comme l'a proposé à maintes reprises le Parlement;