« Art. 30. Wanneer een politieke partij op 1 juni 2003 aan de in artikelen 15, zoals gewijzigd bij de wet van 17 februari 2005 tot wijziging van de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van de Federale Kamers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen, en 15bis gestelde v
oorwaarden voldoet, doch geen dotatie kreeg uitgekeerd, worden de achterstallige maandelijkse dotaties aan de in artikel 22 bedoelde instelling uitgekeerd op voorwaarde dat de schriftelijke aanvraag daartoe binnen drie maanden na de bekendmaking van de wet v
...[+++]an 17 februari 2005 tot wijziging van de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van de Federale Kamers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen ingediend werd bij de voorzitters van de Kamer van volksvertegenwoordigers en van de Senaat».« Art. 30. Lorsqu'un parti politique qui, au 1 juin 2003, remplit les conditions fixées à l'article 15, tel qu'il a été modifié par la loi du 17 février 2005 modifiant la loi du 4 juillet 1989 relative à la limitation et au contrôle des dépenses électorales engagées pour les élections des chambres fédérales, ainsi qu'au financement et à la comptabilité ouverte des pa
rtis politiques, et celles fixées à l'article 15bis, n'a pas obtenu de dotation, les arriérés de dotation mensuelle sont alloués à l'institution visée à l'article 22 à condition qu'une demande en ce sens ait été introduite, par écrit, auprès des présidents de la Chambre des
...[+++]représentants et du Sénat dans les trois mois de la publication de la loi du 17 février 2005 modifiant la loi du 4 juillet 1989 relative à la limitation et au contrôle des dépenses électorales engagées pour les élections des chambres fédérales, ainsi qu'au financement et à la comptabilité ouverte des partis politiques».
