Indien dit de betekenis is die aan het tweede lid zou dienen te worden gehecht, zou dit tot gevolg hebben dat bv. een Franstalige of Nederlandstalige politieke partij bij de aanwerving van een personeelslid, niet zou kunnen verantwoorden dat een onderscheid wordt gemaakt op grond van taal, ook al zou dit onderscheid kunnen worden verantwoord 'door een legitiem doel' voorzover ' de middelen voor het bereiken van dat doel passend en noodzakelijk zijn ' (artikel 7 van het voorontwerp).
Si tel est le sens qu'il conviendrait de prêter à l'alinéa 2, cela impliquerait que, par exemple un parti politique francophone ou néerlandophone ne pourrait pas justifier une distinction fondée sur la langue pour le recrutement d'un membre du personnel, même dans l'hypothèse où cette distinction pourrait être justifiée ' par un but légitime ' pour autant que ' les moyens de réaliser ce but soient appropriés et nécessaires ' (article 7 de l'avant-projet).