Aangezien dezelfde spreker erop wees dat geenszins werd gepreciseerd dat « de regeling enkel geldt bij verzoek van de partijen en niet bij ambtshalve tussenkomst » (ibid.), antwoordde de minister : « [We bevinden] ons [...] in het stadium van de procedure waarin de onderzoeksrechter zijn onderzoek heeft beëindigd. Hij bezorgt het dossier aan het openbaar ministerie opdat het vorderingen kan instellen. Zodra het openbaar ministerie de vorderingen heeft ingesteld, wordt het dossier opnieuw aan de onderzoeksrechter bezorgd om te bepalen wanneer de zaak in de raadkamer behandeld wordt. In dit stadium van de procedure hebben de partijen inzage in het dossier en kunnen zij om bijkomende onderzoekshandelingen verzoeken. In de praktijk misbruiken s
...[+++]ommigen de procedure waarbij zij een reeks bijkomende onderzoekshandelingen vragen om de rechtspleging te vertragen. Zij hopen om uiteindelijk voor het vonnisgerecht de overschrijding van de redelijke termijn te kunnen aanvoeren en zo veroordeling te ontlopen. Het wetsontwerp beoogt een beperking van het oneigenlijke verzoek om onderzoekshandelingen dat bij de onderzoeksrechter wordt ingediend om het onderzoek op een onredelijke wijze te vertragen. In de pers verschijnen vaak berichten over gerechtelijke beslissingen waarbij geen veroordeling wordt uitgesproken omdat de redelijke termijn overschreden is. Dankzij voorliggende ontwerpbepaling kan er voor alle procedures, en meer bepaald in fiscale aangelegenheden, werk worden gemaakt van een doeltreffendere rechtsbedeling. Spreekster meent dat de duur van de schorsing niet moet worden beperkt aangezien de partijen in de praktijk de verzoeken om onderzoekshandelingen niet groeperen. Telkens als bepaald wordt wanneer de zaak voor de raadkamer komt, verzoeken de partijen om nieuwe onderzoekshandelingen.Le même intervenant relevant qu'il n'était nullement précisé que « la réglementation s'applique uniquement en cas de requête des parties et non dans le cadre de l'intervention d'office » (ibid.), la ministre répondit : « l'on est à un stade de la procédure où le juge d'instruction a terminé son instruction. Il communique le dossier au ministère public afin que celui-ci trace ses réquisitions. Lorsque le ministère public a tracé ses réquisitions, il retransmet le dossier au juge d'instruction afin de fixer l'affaire en chambre du conseil. A ce stade de la procédure, les parties ont accès au dossier et peuvent demander des devoirs complémentaires. La pratique montre que certaines personnes abusent de la procédure pour demander une série de de
...[+++]voirs complémentaires dans un but dilatoire. Ces personnes espèrent à terme pouvoir plaider le dépassement du délai raisonnable devant les juridictions de fond et échapper ainsi à toute condamnation. Le projet de loi vise à limiter les demandes abusives de devoirs qui sont formulées devant le juge d'instruction dans le but de prolonger l'instruction de manière non raisonnable. La presse fait souvent écho de décisions judiciaires qui refusent de prononcer des condamnations en raison du dépassement du délai raisonnable. La disposition en projet permettra pour l'ensemble des procédures, et notamment en matière fiscale, d'arriver à une justice plus efficace. L'intervenante pense qu'il ne faut pas limiter l'effet de la suspension dans le temps car, dans la pratique, les parties ne demandent pas les devoirs de manière groupée. Chaque fois que l'affaire est fixée devant la chambre du conseil, elles demandent de nouveaux devoirs.