De andere in artikel 18 bedoelde personen die in de registers opsporingen doen of laten doen door de Kas naar gegevens betreffende een derde, hebben toegang tot volgende gegevens voor zover ze beschikbaar zijn : 1° bij een opsporing in het register bedoeld in artikel 30 van de wet: het bestaan van tegoeden; 2° bij een opsporing in het register bedoeld in artikel 32/2 van de wet: het bestaan van safes; 3° bij een opsporing in het register bedoeld in artikel 40, tweede lid, van de wet: het bestaan van een verzekeringsovereenkomst.
Les autres personnes visées à l'article 18, qui recherchent ou font rechercher par la Caisse dans les registres des données relatives à un tiers, ont accès aux données suivantes pour autant qu'elles soient disponibles : 1° en cas de recherche dans le registre visé à l'article 30 de la loi : l'existence d'avoirs; 2° en cas de recherche dans le registre visé à l'article 32/2 de la loi : l'existence de coffres; 3° en cas de recherche dans le registre visé à l'article 40, alinéa 2, de la loi : l'existence d'un contrat d'assurance.