Art. 21. De borstkliniek moe
t een beroep kunnen doen op de erkende dienst voor radiotherapie zoals bedoeld in artikel 30, § 1, van voornoemd koninklijk besluit van 21 maart 2003, opdat de patiënten van het gespecialis
eerde zorgprogramma binnen een in functie van de indicatie redelijke termijn, en ten laatste binnen de drie weken na de heelkundige ingreep een b
estraling te kunnen ondergaan wanneer geen systemische behandeling is ve
...[+++]reist een bestraling kunnen ondergaan.
Art. 21. La clinique du sein doit pouvoir faire appel au service de radiothérapie agréé tel que visé à l'article 30, § 1, de l'arrêté royal précité du 21 mars 2003, de sorte que les patients de la clinique du sein puissent bénéficier d'une irradiation dans un délai raisonnable en fonction de l'indication, et au plus tard dans les trois semaines post-intervention chirurgicale si aucun traitement systémique n'est requis.