2. wijst er op dat de onderhandelingen over de ontwikkelingsagenda van Doha hoofdzakelijk zouden moeten zijn gericht op de behoeften van de minst ontwikkelde landen; is van mening dat het resultaat van de ontwikkelingsagenda van Doha bij moet dragen tot de uitbanning van armoede en de verwezenlijking van de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling;
2. souligne que les négociations relatives au programme de Doha pour le développement devraient se pencher en priorité sur les besoins des pays les moins développés; estime que le résultat du programme de Doha pour le développement devrait contribuer à l'éradication de la pauvreté et à la réalisation des objectifs du Millénaire pour le développement;