Art. 11. Verschillen in behandeling op grond van leeftijd, die door algemene en abstracte regels vorm krijgen, vormen geen rechtstreekse of onrechtsreekse discriminatie, indien deze objectief en redelijk worden gerechtvaardigd door een legitiem doel en de middelen voor het bereiken van dat doel passend, noodzakelijk en evenredig aan dit doel zijn.
Art. 11. Les différences de traitement fondées sur l'âge, établies par des règles générales et abstraites, ne constituent pas une discrimination directe ou indirecte lorsqu'elles sont objectivement et raisonnablement justifiées par un objectif légitime et que les moyens pour atteindre cet objectif sont appropriés, nécessaires et proportionnés.