Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «door de gerechtelijke lasthebber verrichte » (Néerlandais → Français) :

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij arrest van 20 februari 2014 in zake het openbaar ministerie tegen U.K. en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 3 maart 2014, heeft het Hof van Beroep te Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden artikel 2bis van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering en artikel 2, 1°, van de programmawet van 27 december 2006, in die zin geïnterpreteerd, voor het eerste artikel, dat het de hoven en rechtbanken ertoe verp ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet et R. Leysen, assistée du greffier F. Meersschaut, présidée par le président J. Spreutels, après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédure Par arrêt du 20 février 2014 en cause du ministère public contre U.K. et autres, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 3 mars 2014, la Cour d'appel de Liège a posé la question préjudicielle suivante : « Les articles 2bis du titre préliminaire du Code de procédure pénale et 2, 1°, de la loi-programme du 27 décembre 2006 interprétés en tant, pour le premier, qu'il ob ...[+++]


« Schenden artikel 2bis van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering en artikel 2, 1°, van de programmawet van 27 december 2006, in die zin geïnterpreteerd, voor het eerste artikel, dat het de hoven en rechtbanken ertoe verplicht een lasthebber ad hoc aan te wijzen zodra er een belangenconflict bestaat en, voor het tweede artikel, dat de erelonen van die lasthebber ad hoc, meestal een advocaat, moeten worden aangemerkt als verweerkosten die niet kunnen worden opgenomen in de gerechtskosten in strafzaken, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6.3, onder c), van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, aangezien, in het geval waarin de vervolgde rechtspersoon financieel in gebreke bli ...[+++]

« Les articles 2bis du titre préliminaire du Code de procédure pénale et 2, 1°, de la loi-programme du 27 décembre 2006 interprétés en tant, pour le premier, qu'il oblige les cours et tribunaux à procéder à la désignation d'un mandataire ad hoc dès l'instant où il existe un conflit d'intérêts et, pour le second, que les honoraires de ce mandataire ad hoc, généralement avocat, doivent être qualifiés comme frais de défense non susceptibles d'être inclus dans le frais de justice répressive violent-ils les articles 10 et 11 de la Constitution lus en combinaison avec l'article 6, 3c, de la Convention européenne des droits de l'homme dès lors ...[+++]


Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en E. De Groot, en de rechters A. Alen, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging Bij drie arresten van 7 april 2015 in zake de Belgische Staat tegen respectievelijk de bvba « La Centrale », de bvba « Genius Vision » en de nv « L'Etal », waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn ingekomen op 21 april 2015, heeft het Hof van Beroep te Bergen de volgende prejudici ...[+++]

La Cour constitutionnelle, composée des présidents J. Spreutels et E. De Groot, et des juges A. Alen, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet et R. Leysen, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président J. Spreutels, après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet des questions préjudicielles et procédure Par trois arrêts du 7 avril 2015 en cause de l'Etat belge contre respectivement la SPRL « La Centrale », la SPRL « Genius Vision » et la SA « L'Etal », dont les expéditions sont parvenues au greffe de la Cour le 21 avril 2015, la Cour d'appel de Mons a posé la question préjudicielle suivante : « Interprété en ce sens que la créance ...[+++]


De prejudiciële vraag heeft betrekking op de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van artikel 49/1, vierde lid, van de WCO, « in samenhang gelezen met artikel 49/1, tweede lid, van de wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen en met de artikelen 1, 2, 3bis en 23 van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers », indien die bepaling in die zin wordt geïnterpreteerd dat de schuldvordering van de fiscus met betrekking tot de bedrijfsvoorheffing, die is ontstaan uit vóór de opening van de procedure van gerechtelijke reorganisatie verrichte prestaties, g ...[+++]

La question préjudicielle porte sur la compatibilité avec les articles 10 et 11 de la Constitution de l'article 49/1, alinéa 4, de la LCE, « lu en combinaison avec l'article 49/1, alinéa 2, de la loi du 31 janvier 2009 relative à la continuité des entreprises et les articles 1, 2, 3bis et 23 de la loi du 12 avril 1965 relative à la protection de la rémunération des travailleurs », si cette disposition est interprétée en ce sens que la créance du fisc relative au précompte professionnel, née de prestations antérieures à l'ouverture de la procédure de réorganisation judiciaire, ne pourrait subir aucune réduction ou abandon de créances dans le cadre d'un plan de réorganisation : cette disposition créerait ainsi une différence de traitement ent ...[+++]


De in het geding zijnde bepaling, in die zin geïnterpreteerd dat zij betrekking heeft op de fiscale schuldvordering inzake bedrijfsvoorheffing, kan evenmin een vorm van voorrecht voor de belastingadministratie uitmaken, aangezien het niet die laatste is die door de in het geding zijnde bepaling wordt beschermd, maar wel de werknemers en hun recht op loon, dat samenhangt met hun vóór de opening van de procedure van gerechtelijke reorganisatie verrichte arbeidsprestaties.

La disposition en cause, interprétée comme visant la créance fiscale de précompte professionnel, ne peut davantage constituer une forme de privilège pour l'administration fiscale, puisque ce n'est pas cette dernière qui est protégée par la disposition en cause, mais les travailleurs et leur droit à la rémunération, afférente à leurs prestations de travail antérieures à l'ouverture de la procédure de réorganisation judiciaire.


Er werd evenwel beslist om de uitdrukking « gerechtelijk lasthebber » te vervangen door de uitdrukking « lasthebber ad hoc » teneinde « verwarring [te vermijden], aangezien de advocaat ook als een gerechtelijk lasthebber zou kunnen worden beschouwd » (Parl. St., Senaat, 1998-1999, nr. 1-1217/6, p. 75).

Il fut toutefois décidé de substituer à l'expression « mandataire de justice » l'expression « mandataire ad hoc » afin d'éviter « une confusion [...] du fait que l'avocat pourrait, lui aussi, être considéré comme un mandataire de justice » (Doc. parl., Sénat, 1998-1999, n° 1-1217/6, p. 75).


Aan het Hof wordt een vraag gesteld over de bestaanbaarheid van die twee in het geding zijnde bepalingen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6.3, c), van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre de lasthebber ad hoc, die ambtshalve is aangewezen door de strafrechter, het financieel in gebreke blijven van de rechtspersoon die hij vertegenwoordigt, moet dragen, zonder om de tegemoetkoming van de Staat te kunnen verzoeken, « terwijl de erelonen van de andere ...[+++]

La Cour est interrogée sur la compatibilité des deux dispositions en cause avec les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés avec l'article 6.3, c), de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce que le mandataire ad hoc, désigné d'office par le juge pénal, doit supporter la défaillance financière de la personne morale qu'il représente, sans pouvoir requérir l'intervention de l'Etat, « alors que les honoraires des autres mandataires de justice sont, en règle, pris en charge par l'Etat ou que le législateur a mis en place un système subsidiaire pour parer l'insolvabilité » de leur débiteur.


De Ministerraad is van mening dat de prejudiciële vraag onontvankelijk is om reden dat noch de categorieën van gerechtelijke lasthebbers met wie de lasthebber ad hoc zou moeten worden vergeleken, noch de wettelijke basis krachtens welke hun erelonen door de Staat ten laste zouden worden genomen of zouden worden gewaarborgd via een aanvullend systeem dat ertoe is bestemd de insolvabiliteit van de vertegenwoordigde persoon te ondervangen, erin worden gepreciseerd.

Le Conseil des ministres estime que la question préjudicielle est irrecevable au motif qu'elle ne précise ni les catégories de mandataires de justice auxquels le mandataire ad hoc devrait être comparé, ni la base légale en vertu de laquelle leurs honoraires seraient pris en charge par l'Etat ou garantis par le biais d'un système subsidiaire destiné à pallier l'insolvabilité de la personne représentée.


Moerman, E. Derycke en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 10 maart 2015 in zake Hussain Azhar tegen de nv « Brouwerij De Koninck », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 31 maart 2015, heeft de Arrondissementsrechtbank te Antwerpen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 577 van het Gerechtelijk Wetboek, zoals gewij ...[+++]

Moerman, E. Derycke et R. Leysen, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président E. De Groot, après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédure Par jugement du 10 mars 2015 en cause de Hussain Azhar contre la SA « Brouwerij De Koninck », dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 31 mars 2015, le Tribunal d'arrondissement d'Anvers a posé la question préjudicielle suivante : « L'article 577 du Code judiciaire, tel qu'il a été modifié par l'article 5 de la loi du 26 mars 2014 modifiant le Code judiciaire et la loi du 2 août 2002 concernant la lutte contre le ret ...[+++]


Uitgaande van die zienswijze wenst de verwijzende rechter van het Hof te vernemen of artikel 577 van het Gerechtelijk Wetboek, gewijzigd bij artikel 5 van de wet van 26 maart 2014, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt « doordat de hogere beroepen tegen vonnissen tussen ondernemingen, namelijk tussen alle personen die op duurzame wijze een economisch doel nastreven, die betrekking hebben op een handeling ...[+++]

Partant de ce point de vue, le juge a quo demande à la Cour si l'article 577 du Code judiciaire, modifié par l'article 5 de la loi du 26 mars 2014, viole les articles 10 et 11 de la Constitution « en ce que les appels des jugements entre entreprises, à savoir entre toutes personnes qui poursuivent durablement un but économique, concernant un acte accompli dans la poursuite de ce but, rendus par le juge de paix (en vertu de ses compétences spéciales qui découlent de l'article 591 du Code judiciaire) ne sont plus portés devant le tribunal de commerce mais devant le tribunal de première instance, alors que toutes les contestations entre ent ...[+++]




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'door de gerechtelijke lasthebber verrichte' ->

Date index: 2021-06-23
w