Elke schuldeiser die zijn gewone verblijfplaats, woonplaats of statutaire zetel heeft in een andere lidstaat dan de lidstaat waar de procedure is geopend, met inbegrip van de belastingautoriteiten en de sociale-zekerheidsinstellingen van de lidstaten (“buitenlandse schuldeiser”), heeft het recht zijn vorderingen in de insolventieprocedure in te dienen door middel van elk communicatiemiddel, waaronder elektronische middelen, dat door de wetgeving van de lidstaat waar de procedure is geopend, wordt aanvaard.
Tout créancier qui a sa résidence habituelle, son domicile ou son siège dans un État membre autre que l’État d’ouverture de la procédure, y compris les autorités fiscales et les organismes de sécurité sociale des États membres («créancier étranger»), a le droit de produire ses créances dans la procédure d’insolvabilité par tous les moyens de transmission, notamment électroniques, qui sont acceptés par le droit de l’État d’ouverture.