De motivering van het vonnis en de bewoordingen van de eerste prejudiciële vraag, waarin met name een arrest wordt gecit
eerd dat gewezen is door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM, 28 juni 2007, Wagner en J.M.W.L. t. Luxemburg), alsook het verband dat erin wordt gelegd met de tweede prejudiciële vraag, tonen voldoende aan in welk opzicht de bedoelde artikelen van de Grondwet en van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens zouden zijn geschonden, niet alleen ten aanzien van de wetgeving die v
an toepassing is op heteroseksuele koppels ...[+++], maar ook ten aanzien van de kinderen voor wie een tweede afstammingsband, in hun belang, kan worden ingesteld, wat te dezen niet het geval is, zoals het verwijzende rechtscollege vaststelt, wegens de in het geding zijnde bepalingen, die aan de toetsing van het Hof worden onderworpen.
Les motifs du jugement et l'énoncé de la première question préjudicielle qui citent notamment un
arrêt rendu par la Cour européenne des droits de l'homme (CEDH, 28 juin 2007, Wagner et J.M.W.L. c. Luxembourg), de même que le lien qu'il y est fait avec la seconde question préjudicielle montrent à suffisance en quoi les articles visés de la Constitution et de la Convention européenne des droits de l'homme seraient violés, non seulement au regard de la législation app
licable aux couples hétérosexuels mais aussi au regard des enfants dont
...[+++] un second lien de filiation peut, dans leur intérêt, être établi, ce qui n'est pas le cas en l'espèce, comme le constate la juridiction a quo, en raison des dispositions en cause soumises au contrôle de la Cour.