is van oordeel dat het voorstel van de Raad om de drie bestaande rechtsgronden van OLAF eenvoudigweg t
e consolideren geen doorslaggevend argument is om de onderhandelingen over Verordening (EG) nr. 1073/99 niet onmiddellijk op te starten, aangezien door een eenvoudige consolidering het regelgevingskader van de onderzoeken ter bestrijding van fraude van OLAF niet wordt verbeterd, en er bijgevolg veel kostbare tijd verloren gaat in het licht van de versterking van de strijd tegen fraude; opteert bijgevolg voor een herziening van de Europese regelgeving betreffende fraudebestrijding, met inbegrip van Verordening (EG) nr. 1073/99, Verordeni
...[+++]ng (EG) nr. 2185/96 en Verordening (EG) nr. 2988/95, op basis van de herziene Verordening (EG) nr. 1073/99; 4. estime que la position du Conseil en faveur d'une simple consolidation des trois bases juridiques actuelles concernant les enquêtes de
l'OLAF n'est pas un argument valable pour ne pas ouvrir immédiatement les négociations sur le règlement n 1073/99, étant donné que la simple consolidation n'améliorera pas le cadre juridique des enquêtes antifraude de l'OLAF et, partant, représente une perte de temps considérable pour l'intensification de la lutte contre la fraude; se prononce par conséquent pour une refonte de la législation antifraude de l'UE, y compris des règlements n 1073/99, 2185/96 et 2988/95, qui doit s'appuyer sur la version
...[+++]révisée du règlement n 1073/99;