1. De inwilliging van een overeenkomstig artikel 3, lid 2, ingediend verzoek, geeft aan de merkhouder slechts recht op schadevergoeding volgens de bepalingen van het recht van de betrokken Lid-Staat in het geval dat namaakartikelen aan de controle van een douanekantoor zouden ontsnappen en daardoor niet het voorwerp zouden uitmaken van een opschorting van de vrijgave bedoeld in artikel 5, lid 1.
1. L'acceptation d'une demande établie conformément à l'article 3 paragraphe 2 ne confère au titulaire de la marque un droit à indemnisation, dans le cas où des marchandises de contrefaçon échapperaient au contrôle d'un bureau de l'octroi de la mainlevée prévue à l'article 5 paragraphe 1, que dans les conditions prévues par le droit de l'État membre concerné.