De componenten van het voorontwerp die de omgeving zouden kunnen storen, ten opzichte van de feitelijke en de rechtstoestand en van de aanvankelijke staat van het leefmilieu, worden geïdentificeerd, de vermoedelijke effecten (op het leefmilieu) worden onderzocht en gerangschikt volgens hevigheid ervan (sterke, middelmatige, zwakke, te verwaarlozen of onbestaande verstoring) voor elk van de drie volgende stappen voor de uitvoering van het plan :
Il s'agit d'identifier les composantes de l'avant-projet susceptibles de perturber le milieu, au regard des situations de droit et de fait et de l'état initial de l'environnement, d'analyser leurs effets probables (incidences environnementales) et de les hiérarchiser selon leur ampleur (perturbation forte, moyenne, faible, négligeable ou nulle) pour chacune des trois étapes de mise en oeuvre du plan suivantes :