Indien de regeling inzake tijdelijke bescherming beëindigd wordt in de gevallen voorzien in § 1, kan de minister of zijn gemachtigde de machtiging tot verblijf van meer dan drie maanden in het Rijk, die aan de vreemdeling die tijdelijke bescherming geniet, werd afgegeven op basis van artikel 57/30, beëindigen, de afgegeven verblijfstitel intrekken en, onder voorbehoud van de toepassing van de bepalingen van hoofdstuk II, aan de vreemdeling een bevel om het grondgebied te verlaten uitreiken.
Le ministre ou son délégué peut, lorsque le régime de protection temporaire prend fin dans les cas prévus au § 1, mettre fin à l'autorisation de séjourner plus de trois mois dans le Royaume octroyée au bénéficiaire de la protection temporaire sur la base de l'article 57/30, lui retirer le titre de séjour délivré et, sous réserve de l'application des dispositions du chapitre II, lui donner l'ordre de quitter le territoire.