20. wijst erop dat het economisch, sociaal en werkgelegenheidsbeleid drie zijden vormen van een gelijkzijdige driehoek en wenst dat de instrumenten voor het sociaal en werkgelegenheidsbeleid worden versterkt en zo op voet van gelijkheid komen te staan met de economische beleidsinstrumenten;
20. souligne que politique économique, politique de l'emploi et politique sociale sont les trois côtés d'un triangle équilatéral, et demande que l'on renforce les instruments de la politique de l'emploi et de la politique sociale pour les placer sur un pied d'égalité avec les instruments de la politique économique;