De veiligheidsuitrusting bestaat uit: - vooraan een niet-verblindend wit of geel licht en een witte reflector; - achteraan een rood licht en een afzonderlijke rode reflector; - gele of oranje reflectoren aan de pedalen; - een witte reflecterende strook aan elke kant van de band van het voor- en achterwiel of op elk wiel tenminste twee gele of oranje reflectoren met dubbel front vast bestendigd aan de spaken ofwel een combinatie van beide; - een bel; - twee voldoende doelmatige remmen.
L'équipement de sécurité consiste de: - à l'avant une lumière jaune ou blanche non aveuglante et un réflecteur blanc; - à l'arrière une lumière rouge et un réflecteur rouge séparé; - des réflecteurs jaunes ou oranges aux pédales; - une bande réfléchissante blanche de chaque côté de la roue avant et arrière ou sur chaque roue au moins deux réflecteurs jaunes ou oranges de part et d'autre fixés aux rayons ou une combinaison des deux; - une sonnette; - deux freins suffisamment efficaces.