De gemeentelijke en provinciale raadsleden kregen twee verlofdagen per maand voor de uitoefening van hun mandaat, terwijl een parlementslid van de Duitstalige Gemeenschap slechts één dag kreeg.
Les conseillers communaux et provinciaux bénéficiaient de deux jours de congé par mois pour l'exercice de leur mandat, alors qu'un parlementaire, membre de la Communauté germanophone, n'avait qu'un seul jour.