Die Raad is dus niet bevoegd wanneer de dwangsom uitgesproken werd op vordering van iemand anders dan de gewestelijke stedenbouwkundige inspecteur of het college van burgemeester en schepenen, zoals een bestuur in een burgerlijke procedure of een burgerlijke partij (artikel 6.1.21, in samenhang gelezen met artikel 6.1.41, § 3, van de VCRO).
Ce Conseil n'est donc pas compétent lorsque l'astreinte a été prononcée à la demande d'une autre personne que l'inspecteur urbaniste régional ou que le collège des bourgmestre et échevins, comme une administration dans une procédure civile ou une partie civile (article 6.1.21, combiné avec l'article 6.1.41, § 3, du Code flamand de l'aménagement du territoire).