Artikel 14 ten slotte bepaalt dat een OVM met een inkomenscoëfficiëntvan minder dan 1, dwz. waar het gemiddeld inkomen van de huurders kleiner is dan het vooropgestelde referentiecijfer, tot ten hoogste 50 % van het aantal toewijzingen van het voorafgaande jaar woningen mag toewijzen op grond van een overeenkomst met de BGHM. Hierin kan worden afgeweken van het voorrangpuntenstelsel bepaald in artikel 9 en mogen kandidaten worden toegelaten met een inkomen dat het toegangsinkomen met ten hoogste 100 000 BEF overschrijdt.
Enfin, l'article 14 prévoit que la SISP dont le coefficient de revenu est inférieur à 1, c'est-à-dire où le revenu moyen des locataires est inférieur au revenu de référence, peut attribuer, au maximum à hauteur de 50 % des attributions de l'année précédente, les logements selon une convention avec la SLRB, qui peut déroger au système des points de priorité régis par l'article 9 et qui peut prévoir l'admission de candidats dont les revenus ne dépassent pas de plus de 100 000 F les revenus d'admission.
