De memorie stelt dat de werking van het korps, en inzonderheid de structurele dysfuncties die zich daarbij kunnen voordoen, behoren tot de verantwoordelijkheid van de korpschef. Net zoals het inlichten over de klachten omtrent de werking van het korps of het optreden van zijn personeel en de wijze waarop die klachten worden afgehandeld, hetzij door het korps zelf, hetzij door de algemene inspectie, hetzij door derden, zoals bijvoorbeeld een gemeentelijke ombudsman.
On peut y lire que le fonctionnement du corps et les dysfonctions structurelles qui peuvent en découler relèvent de la responsabilité du chef de corps, qui est également investi d'un devoir d'information sur les plaintes concernant le fonctionnement du corps ou le comportement de son personnel, ainsi que sur la manière dont ces plaintes sont traitées, soit au sein du corps, soit par l'inspection générale, soit par des tiers, comme par exemple l'ombudsman communal.